Auteursrecht in de praktijk

Tag:

auteursrecht

Vanuit economisch perspectief kan het interessant zijn voor auteurs om hun vermogensrechten over te dragen aan derden. Zoals in een andere blogpost gesteld zijn de morele rechten van de auteur niet integraal overdraagbaar.


Het overdragen van de vermogensrechten neemt doorgaans één van twee vormen aan: afstand (ook wel ‘cessie’ genoemd) of licentieoverdracht(ook wel ‘concessie’). In de praktijk valt het onderscheid tussen beide rechtsfiguren soms moeilijk te maken, mede doordat er vaak in algemene termen gesproken wordt van een “overdracht van rechten”.


In grote lijnen zou je kunnen zeggen dat je cessie kunt vergelijken met verkoop en licentie (of concessie) met verhuur. Hieronder gaan we dieper in op het onderscheid tussen beiden.


Het onderscheid tussen cessie en concessie (licentie)

Overdracht auteursrecht: cessie of afstand

Bij een cessie of afstand van rechten is er sprake van vervreemding van de rechten. De eigendom van (een deel van) de rechten gaat over op de verkrijger van de rechten. Deze wordt op zijn beurt de eigenaar van die rechten waardoor de auteur dat specifieke vermogensrecht niet meer zelf kan uitoefenen.


De auteur kan alle vermogensrechten tegelijk afstaan, onbeperkt en volledig. Maar hij of zij kan zich ook beperken tot de afstand van één vermogensrecht (bijvoorbeeld het reproductierecht), en alle andere vermogensrechten behouden.

De afstand kan een onderdeel zijn van een opdracht als freelancer of onderaannemer of plaatsvinden in de context van een arbeidsovereenkomst. De rechten kunnen ook het voorwerp uitmaken van een verkoopsovereenkomst.


We benadrukken opnieuw dat de auteur eigenaar blijft van zijn rechten, tenzij dit uitdrukkelijk in een geschreven overeenkomst wordt voorzien. 


Overdracht auteursrecht: concessie of licentie

Een concessie of licentie is een overeenkomst waarbij de auteur het gebruik van bepaalde rechten aan een derde toevertrouwt. De verkrijger van de licentie (of de ‘licentienemer’) mag daardoor het werk waarop de licentie betrekking heeft gaan exploiteren binnen de grenzen bepaald door de licentieovereenkomst.


In tegenstelling tot bij de cessie, blijft diegene die de licentie verleent de eigenaar van de rechten: hij verleent de licentienemer enkel het recht om bepaalde rechten te gebruiken.


De overdrachtsovereenkomst

De Belgische wetgever heeft de auteur willen beschermen en heeft een aantal dwingende regels opgelegd voor de overeenkomst waarin zijn of haar rechten worden overgedragen (zie artikel XI. 167 van het Wetboek van economisch recht).


Schriftelijke overeenkomst

Ten eerste zegt de wet dat ten aanzien van de auteur een contract schriftelijk moet worden bewezen. Als er onenigheid ontstaat over het feit of een recht al dan niet is overgedragen of over de voorwaarden waaronder dat gebeurd is, dan zal de opdrachtgever, uitgever, exploitant of producent zich enkel op schriftelijk bewijs kunnen beroepen.


Het schriftelijk karakter van de overeenkomst is dus een bewijsregel en geen vormvereiste, maar het spreekt voor zich dat het sterk aanbevolen is om alle afspraken zo duidelijk mogelijk op papier te zetten.


Twijfel? Vage of onduidelijke clausules in de overeenkomst? Dan bepaalt de wet dat de partijen de overeenkomst in het voordeel van de auteur en in het nadeel van de exploitant van de rechten moeten interpreteren.


Elementen van de overeenkomst

Exploitatiewijze

De manier waarop het recht geëxploiteerd mag worden moet zo duidelijk en concreet mogelijk omschreven staan in de overeenkomst.

De exploitatiewijze wordt bepaald aan de hand van het betrokken vermogensrecht enerzijds en door het benoemen van het concrete domein waarop de exploitatie betrekking heeft anderzijds.


Een paar voorbeelden: het recht om…

  • een boek te vertalen en uit te geven in bepaalde welomschreven talen
  • een film uit te brengen op DVD
  • een schilderij te reproduceren
  • manuscript in boekvorm te gieten
  • merchandising van de figuren in een animatiefilm te maken
  • een toneelstuk te vertonen op televisie

Deze zogeheten specifiëringsplicht is een cruciaal element in de overeenkomst. Als je bijvoorbeeld enkel overeenkomt dat een toneelstuk op televisie mag uitgezonden worden, dan betekent dit nog niet dat het recht om de opname via het internet of op DVD verder te verspreiden ook overgedragen wordt. De partijen moeten dat specifiek in de overeenkomst opnemen.


De duur en reikwijdte

Daarnaast moet de overeenkomst tot overdracht ook bepalen:

  • voor hoe lang de rechten worden overgedragen. Geldt de overdracht voor een beperkte periode van een aantal maanden of jaren? Of voor de volledige beschermingstermijn van het auteursrecht op het werk?
  • voor welk gebied de rechten worden overgedragen. Geldt de overdracht enkel voor Belgisch grondgebied? De EU? Wereldwijd? Een duidelijke geografische afbakening is belangrijk.

De vergoeding

Tenslotte moeten de partijen per exploitatiewijze eveneens een vergoeding bepalen. De wetgever heeft de contractspartijen niks opgelegd over de hoogte of andere modaliteiten van de vergoeding. Ze zijn dus vrij om hierover te onderhandelen.

Als er in het contract niets is voorzien qua vergoeding van de auteur, dan kan de auteur zich beroepen op de relatieve nietigheid van de overeenkomst.

 

Overige clausules

Overige clausules die in de overeenkomst verdere duidelijkheid kunnen scheppen over de overgedragen rechten:

  • de context waarbinnen men het recht verleent;
  • de (on)overdraagbaarheid van de verworven rechten;
  • eventuele exclusiviteit (beperkt tot één verkrijger of mogelijkheid tot meerdere verkrijgers binnen dezelfde contekst).

Op zoek naar informatie over de hervorming van het auteursrecht? Op deze pagina lees je alles over het begrotingsakkoord. 

0 comment
0 FacebookTwitterPinterestEmail
Wie kan de bescherming van het auteursrecht claimen?

Wie is auteur?

 

Wie is auteur? De maker van een origineel werk is de auteur. Het is diegene die het auteursrecht kan uitoefenen. Daarbij vallen meteen een paar belangrijke kanttekeningen te maken.

 

1. Natuurlijk persoon

Een eerste belangrijk punt is dat naar Belgisch recht, een auteur steeds een natuurlijke persoon is, met name de natuurlijke persoon die de auteursrechtelijke creatie daadwerkelijk tot stand bracht.

Rechtspersonen, zoals verenigingen zonder winstoogmerk of vennootschappen kunnen dus in geen geval oorspronkelijke auteurs zijn van een werk. Via een contract kunnen ze evenwel bepaalde rechten verkrijgen van de auteur-natuurlijke persoon.

 

2. Weerlegbaar vermoeden

Ten tweede creëert artikel XI. 170 lid 2 van het Wetboek van economisch recht een weerlegbaar vermoeden dat diegene wiens naam of initialen op het werk vermeld staat, de auteur is.

Bij gebruik van een pseudoniem of bij anonieme werken wordt de uitgever vermoed de auteur te zijn tot bewijs van het tegendeel. Van zodra de auteur zich kenbaar maakt, wordt het auteursrecht door hem of haar uitgeoefend.

 

3. Hoedanigheid

Ten derde hangt de uitoefening van het auteursrecht samen met de hoedanigheidwaarin de auteur het werk gecreëerd heeft:

  • Op eigen initiatief

Jij hebt als auteur over het werk dat je op eigen initiatief creëert alle rechten — dus zowel de morele als de vermogensrechten.

Via een licentie kan je anderen gebruiksrecht geven, al dan niet voor een vergoeding. Je hebt ook de mogelijkheid om je vermogensrechten volledig over te dragen aan een andere partij, die er dan eigenaar van wordt.

  • Als werknemer

Wanneer je als werknemer een bepaalde creatie maakt, blijft de basisregel gelden dat jij, als natuurlijke persoon die het werk gecreëerd heeft, het auteursrecht behoudt.

Daar kan schriftelijk van afgeweken worden in een arbeidscontract of in een afzonderlijke overeenkomst.

  • In opdracht als freelancer of onderaannemer

Een opdracht uitgevoerd als freelancer of in onderaanneming? Opnieuw geldt dat jij als auteur, bij gebrek aan expliciete overeenkomst, in principe alle rechten behoudt.

In tegenstelling tot andere landen past men in België (en andere Europese landen) niet het principe toe van ‘work made for hire’ . Volgens dat principe wordt de opdrachtgever verondersteld de eigenaar te zijn van het werk en alle intellectuele eigendomsrechten die erop rusten. Dit geldt dus NIET in België.

Als opdrachtgever of werkgever heb je dus niet zomaar het recht om de originele werken te gebruiken die in jouw opdracht zijn gemaakt. De toekenning van de auteursrechten moet altijd schriftelijk gebeuren.

Het is een basisprincipe van het auteursrecht dat het belang van de auteur voorop staat.

 

Goeie afspraken, goeie vrienden

In de praktijk is het dus wenselijk zijn om afspraken hieromtrent vast te leggen. Dat kan in de offerte, de algemene voorwaarden of in een aparte overeenkomst.

Elke afspraak met een auteur over diens rechten moet in een geschreven contract opgenomen worden. Vaak zien partijen goede afspraken omtrent de overdracht van rechten over het hoofd met alle risico’s van dien.

In het geval van meerdere auteurs (zgn. ‘co-auteurschap’) delen de auteurs de auteursrechten op het werk.

0 comment
0 FacebookTwitterPinterestEmail

Hoewel er dus duidelijk mogelijkheden zijn voor auteurs om hun inkomsten te maximaliseren aan de hand van hun intellectuele eigendom, stellen zich in de praktijk vaak problemen met de belasting op auteursrechten. Een en ander hangt ook af van het feit of we te maken hebben met een eenmanszaak of een venootschap.


Daarom brengen we in dit artikel graag een aantal heikele punten rond belasting op auteursrechten onder de aandacht.

  • De cessie en de concessie van auteursrechten is onderworpen aan de bepalingen van het Wetboek Economisch Recht. Dat wil zeggen dat er moet voorzien worden in een geschreven overeenkomst, dat er sprake is van een restrictieve interpretatie, dat er per exploitatiewijze afspraken gemaakt dienen te worden, enzovoort. We bespraken deze vereisten in detail in deze blogpost over de overdracht van auteursrechten.

  • De vergoeding voor de cessie en concessie moet men afzonderlijk begroten. Dat dit geen evidente oefening is mag blijken uit de verschillende (positieve en negatieve) uitspraken van de rulingcommissie. Een goed doordachte begroting op basis van de feitelijke en juridische omstandigheden van het dossier is cruciaal. Auteurs laten zich hiervoor best bijstaan door gespecialiseerde professionals met kennis ter zake.
  • Bij eenmanszaken kan men geen retroactieve toepassing maken. Daarom is vooruitziendheid bij creatie, cessie of concessie aangewezen, wil men optimaal gebruik maken van deze voordelige fiscale regeling.
  • Moeten de auteursrechten gefactureerd worden? En zo ja, hoe en wanneer? Welk BTW % geldt op auteursrechten? Allemaal vragen waarop je best op voorhand een antwoord klaar hebt.
  • Inkomsten uit auteursrechten zijn roerende inkomsten waarop een roerende voorheffingverschuldigd is. Het percentage forfaitaire kosten, dat in rekening gebracht mag worden, verschilt naarmate er meer roerende inkomsten zijn in een belastbaar tijdperk. De roerende voorheffing is een bronheffing en dient binnen de 15 dagen door de schuldenaar van de auteursrechten aan de fiscus aangegeven en betaald te worden.
0 comment
1 FacebookTwitterPinterestEmail

Het auteursrecht is geenszins onbeperkt of onbegrensd: tegen bepaalde vormen van gebruik kan een auteur zich niet verzetten. In die gevallen geldt een vermoeden dat hij of zij toestemming gegeven heeft.


Auteursrecht uitzonderingen

  • Citaten: dit laat toe dat om fragmenten van het werk te gebruiken voor recensies, onderwijs of kritiek. Een tijdschrift dat een boekrecensie publiceert, mag citeren uit het boek in kwestie of een foto publiceren van het kledingstuk of meubel waarover het verslag uitbrengt. Uiteraard is een adequate bronvermelding wel steeds vereist.
  • Nieuwsverslaggeving: stel dat een werk in beeld komt tijdens een nieuwsitem, dan hoeft in principe niemand de toestemming van de auteur te vragen. Daarnaast moet belangrijke actuele informatie vrij kunnen circuleren, ook als er auteursrechtelijk beschermde werken betrokken zijn.
  • Tijdelijke reproducties: bepaalde technische handelingen die nodig zijn voor doorgifte of het rechtmatig gebruik van een werk zijn toegelaten. Denk bijvoorbeeld aan het opslaan op de harde schijf of in het werkgeheugen van de computer.
  • Parodie:ook tegen deze vorm van gebruik kan een auteur zich in principe niet verzetten onder het auteursrecht.
  • Onderwijs en wetenschappelijk onderzoek:in functie van een educatief of wetenschappelijk doel mogen verschillende handelingen gesteld worden met beschermde werken.
  • Bewaren van het cultureel patrimonium: deze uitzondering moet bibliotheken, musea en archieven toelaten om cultureel erfgoed in ere te houden.
  • Private kopie: iedereen mag muziek beluisteren of een film bekijken in besloten familiale kring zonder daarvoor toestemming te moeten vragen aan de auteur.
  • Promotie: bepaalde handelingen voor reclamedoeleinden (vb. voor een tentoonstelling) vereisen de toestemming van de maker niet.

Voor (bijna) alle uitzonderingen geldt de voorwaarde dat het werk “op geoorloofde wijze openbaar moet zijn gemaakt”. De auteur moet dus eerst beslist hebben dat zijn werk af is en dat klaar is voor verspreiding.


Voor sommige van deze uitzonderingen vergoeden collectieve beheersvennootschappen zoals Reprobel de auteurs.

0 comment
0 FacebookTwitterPinterestEmail

Artikel 17, WIB 92

§ 1. Inkomsten uit roerende goederen en kapitalen zijn alle opbrengsten van roerend vermogen aangewend uit welken hoofde ook, namelijk:1° dividenden ;

2° interest ;

3° inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen ;

4° inkomsten die begrepen zijn in lijfrenten of tijdelijke renten die geen pensioenen zijn en na 1 januari 1962 onder bezwarende titel zijn aangelegd ten laste van enige rechtspersoon of onderneming. De lijfrenten die zijn aangelegd tegen storting met afstand van een kapitaal dat is gevormd, ofwel, met bijdragen of premies als bedoeld in artikel 34, § 1, 2°, ofwel, in het kader van een aanvullend pensioen voor zelfstandigen als bedoeld in artikel 34, § 1, 2°bis, zijn geen pensioenen ;

5° de inkomsten verkregen uit de cessie of de concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van de wettelijke en verplichte licenties, bedoeld in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten of in overeenkomstige bepalingen in het buitenlands recht.

§ 2. Wanneer het bedrag van de inkomsten in vreemde valuta is bepaald, wordt het in EUR omgezet naar de wisselkoers bij de betaling of de toekenning van die inkomsten.

 

art. 37 W.I.B. 92

Onverminderd de toepassing van de voorheffingen, worden inkomsten van onroerende goederen en van roerende goederen en kapitalen als beroepsinkomsten aangemerkt wanneer die goederen en kapitalen worden gebruikt voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid van de verkrijger van de inkomsten.

In afwijking daarvan behouden de inkomsten bedoeld in artikel 17, § 1, 5°, hun hoedanigheid van roerende inkomsten, behalve indien en in zover zij hoger liggen dan 51.920 EUR (basisbedrag 37.500 EUR).

De netto-inkomsten van die roerende goederen en kapitalen omvatten de werkelijke of fictieve roerende voorheffing, alsmede het forfaitair gedeelte van buitenlandse belasting en, in voorkomend geval, de woonstaatheffing.

 

art. 171, 2°bis WIB 92

In afwijking van de artikelen 130 tot 168, zijn afzonderlijk belastbaar, behalve wanneer de aldus berekende belasting, vermeerderd met de belasting betreffende de andere inkomsten, meer bedraagt dan die welke zou voortvloeien uit de toepassing van de evenvermelde artikelen op het geheel van de belastbare inkomsten:

(…)

2°bis tegen een aanslagvoet van 15 pct:

a) de inkomsten van roerende goederen en kapitalen die geen dividenden zijn en de in artikel 90, 5° tot 7° , vermelde diverse inkomsten ;

b) de in artikel 269, tweede lid, 2°, derde lid en twaalfde lid , vermelde dividenden ;

 

art. 313, 4° WIB 92

De aan de personenbelasting onderworpen belastingplichtigen zijn er niet toe gehouden in hun jaarlijkse aangifte in de voormelde belasting de inkomsten van roerende goederen en kapitalen, noch de in artikel 90, 6° en 11°, vermelde inkomsten te vermelden waarvoor daadwerkelijk roerende voorheffing werd ingehouden of waarvoor een fictieve roerende voorheffing verrekenbaar is krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen, noch die welke krachtens wettelijke of reglementaire bepalingen van de roerende voorheffing zijn vrijgesteld, behalve indien het gaat om:

1° inkomsten uit hypothecaire schuldvorderingen op in België gelegen onroerende goederen of op ten kantore der hypotheekbewaring te Antwerpen ingeschreven schepen en boten, met uitsluiting van inkomsten uit hypothecaire obligaties;

2° in artikel 17, § 1, 3°, vermelde inkomsten van verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen;

3° in artikel 17, § 1, 4°, vermelde inkomsten die begrepen zijn in lijfrenten of tijdelijke renten;

4° in artikel 17, § 1, 5°, vermelde inkomsten verkregen uit de cessie of concessie van auteursrechten en naburige rechten, alsook van wettelijke en verplichte licenties;

5° in artikel 19, § 1, eerste lid, 2°, vermelde termijnen voortkomend van overeenkomsten waarbij een recht van gebruik van gebouwde onroerende goederen wordt verleend;

6° in artikel 21, 5°, 6° en 10°, vermelde inkomsten in zoverre zij meer bedragen dan respectievelijk de in het 5°, 6° en 10°, van dat artikel bepaalde grenzen en voor zover de roerende voorheffing niet geheven is op dit meerdere.

De roerende voorheffing op de aldus niet aangegeven inkomsten wordt noch met de personenbelasting verrekend, noch terugbetaald.

De ingehouden roerende voorheffing wordt niet met de personenbelasting verrekend, noch terugbetaald, wanneer de belastingplichtige beroepsinkomsten verwerft die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en die niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting op zijn andere inkomsten.

 

artikel XI. 167 van het Wetboek van economisch recht

§ 1. De vermogensrechten zijn roerende rechten die overgaan bij erfopvolging en vatbaar zijn voor gehele of gedeeltelijke overdracht, volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. Zij kunnen onder meer worden vervreemd of in een gewone of exclusieve licentie worden ondergebracht.
Ten aanzien van de auteur worden alle contracten schriftelijk bewezen.
De contractuele bedingen met betrekking tot het auteursrecht en de exploitatiewijzen ervan moeten restrictief worden geïnterpreteerd. De overdracht van het voorwerp dat een werk omvat, leidt niet tot het recht om het werk te exploiteren; met het oog op de uitoefening van zijn vermogensrechten moet de auteur op een redelijke manier toegang tot zijn werk behouden.
Voor elke exploitatiewijze moeten de vergoeding voor de auteur, de reikwijdte en de duur van de overdracht uitdrukkelijk worden bepaald.
De verkrijger van het recht moet het werk overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken exploiteren.
De overdracht van de rechten betreffende nog onbekende exploitatienormen is nietig, niettegenstaande enige daarmee strijdige bepaling.


§ 2. De overdracht van de vermogensrechten betreffende toekomstige werken geldt slechts voor een beperkte tijd en voor zover het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft, bepaald is.


§ 3. Wanneer een auteur werken tot stand brengt ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst of een statuut, kunnen de vermogensrechten worden overgedragen aan de werkgever voor zover uitdrukkelijk in die overdracht van rechten is voorzien en voor zover de creatie van het werk binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst of het statuut valt.
Wanneer een auteur werken tot stand brengt ter uitvoering van een bestelling, kunnen de vermogensrechten worden overgedragen aan degene die de bestelling heeft geplaatst voor zover deze laatste een activiteit uitoefent in de niet-culturele sector of in de reclamewereld, voor zover het werk bestemd is voor die activiteit en uitdrukkelijk in die overdracht van rechten is voorzien.
In die gevallen zijn paragraaf 1, vierde tot zesde lid, en § 2 niet van toepassing.
Het beding waarbij aan de verkrijger van een auteursrecht het recht wordt toegekend om het werk te exploiteren in een vorm die onbekend is op de datum van de arbeidsovereenkomst of van de aanwerving onder statuut, moet uitdrukkelijk zijn en bepalen dat daaraan een aandeel gekoppeld is in de door die exploitatie gemaakte winst.
De strekking van die overdracht en de wijze waarop ze plaatsvindt, kunnen bij collectieve overeenkomst worden bepaald.]1

Ten aanzien van de auteur worden alle contracten schriftelijk bewezen.
De contractuele bedingen met betrekking tot het auteursrecht en de exploitatiewijzen ervan moeten restrictief worden geïnterpreteerd. De overdracht van het voorwerp dat een werk omvat, leidt niet tot het recht om het werk te exploiteren; met het oog op de uitoefening van zijn vermogensrechten moet de auteur op een redelijke manier toegang tot zijn werk behouden.
Voor elke exploitatiewijze moeten de vergoeding voor de auteur, de reikwijdte en de duur van de overdracht uitdrukkelijk worden bepaald.
De verkrijger van het recht moet het werk overeenkomstig de eerlijke beroepsgebruiken exploiteren.
De overdracht van de rechten betreffende nog onbekende exploitatienormen is nietig, niettegenstaande enige daarmee strijdige bepaling.
§ 2. De overdracht van de vermogensrechten betreffende toekomstige werken geldt slechts voor een beperkte tijd en voor zover het genre van de werken waarop de overdracht betrekking heeft, bepaald is.
§ 3. Wanneer een auteur werken tot stand brengt ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst of een statuut, kunnen de vermogensrechten worden overgedragen aan de werkgever voor zover uitdrukkelijk in die overdracht van rechten is voorzien en voor zover de creatie van het werk binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst of het statuut valt.
Wanneer een auteur werken tot stand brengt ter uitvoering van een bestelling, kunnen de vermogensrechten worden overgedragen aan degene die de bestelling heeft geplaatst voor zover deze laatste een activiteit uitoefent in de niet-culturele sector of in de reclamewereld, voor zover het werk bestemd is voor die activiteit en uitdrukkelijk in die overdracht van rechten is voorzien.
In die gevallen zijn paragraaf 1, vierde tot zesde lid, en § 2 niet van toepassing.
Het beding waarbij aan de verkrijger van een auteursrecht het recht wordt toegekend om het werk te exploiteren in een vorm die onbekend is op de datum van de arbeidsovereenkomst of van de aanwerving onder statuut, moet uitdrukkelijk zijn en bepalen dat daaraan een aandeel gekoppeld is in de door die exploitatie gemaakte winst.
De strekking van die overdracht en de wijze waarop ze plaatsvindt, kunnen bij collectieve overeenkomst worden bepaald.]1

 

artikel XI. 170 lid 2 van het Wetboek van economisch recht

De oorspronkelijke auteursrechthebbende is de natuurlijke persoon die het werk heeft gecreëerd.
Tenzij het tegendeel is bewezen, wordt een ieder als auteur aangemerkt wiens naam of letterwoord waarmee hij te identificeren is als dusdanig op het werk, op een reproductie van het werk, of bij een mededeling aan het publiek ervan wordt vermeld.
De uitgever van een anoniem werk of van een werk onder pseudoniem wordt ten aanzien van derden geacht de auteur daarvan te zijn.

0 comment
0 FacebookTwitterPinterestEmail
Auteursrecht in de praktijk
Deze blog is een initiatief van Creative Shelter. Omdat wij niets liever dan je correct in te lichten en door het administratieve moeras van vergoeding uit auteursrecht te loodsen. Let wel, wij zijn geen accountantskantoor. Creative Shelter is geen accountantskantoor. Deze blog is dus louter informatief en kan niet gelden als een sluitend of sturend boekhoudkundig advies.