Auteursrecht in de praktijk

Tag:

fiscale fiche 281.45

Creative Shelter - Auteursrecht, peronenbelastingen en fiscale fische

Update: de bedragen zijn bijgewerkt naar het inkomstenjaar 2024, aanslagjaar 2025

 

 

Auteursrechten. Als accountant krijg je er steeds meer mee te maken. Maar hoe zit dat nu weer met die fiche 281.45? En waarom zit er soms verschil op de btw-totalen in de aangifte en de btw-listing? ’t Is niet moeilijk allemaal, maar je moet het wel weten. Here we go!

 

Dat auteursrechten in de aangifte komen als een roerend inkomen, zover was je waarschijnlijk al mee. Alle opdrachtgevers waar jouw klant voor werkt, moeten daar tegen 30 april een fiche voor indienen: de beruchte fiche 281.45. Dat is van moeten, want als zij het niet doen, hebben ze inkomsten verzwegen. En reken maar dat de overheid het opmerkt, want in februari 2022 zijn ze strenger geworden qua timing. Wie niet op tijd de fiches indient, krijgt de rekening gepresenteerd.

 

 

Btw-listing en inkomstenbelasting: zoek de verschillen

De verdeling kan al eens variëren, maar een creatieve freelancer rekent maximum 60% beroepsinkomen en 40% auteursrechten. Laat ons daar verder ook van uitgaan. Vadertje Staat vraagt 21% btw op het beroepsinkomen, 6% btw op inkomsten uit auteursrechten. Maar met die auteursrechten is iets speciaals aan de hand.



Voor het beroepsinkomen wil de fiscus namelijk weten: hoeveel heeft de freelancer tussen januari en december gefactureerd? Voor de auteursrechten willen ze weten: hoeveel heeft de freelancer tussen januari en december ontvangen? Dat is niet per se hetzelfde. Het typische voorbeeld zijn de december facturen. Die zijn wel al verstuurd, maar nog niet betaald tegen 31 december. Met andere woorden: je zal een verschil in omzet zien tussen de btw-listing en het bedrag voor de inkomstenbelasting.



Laat ons een simpel voorbeeld nemen. Een freelancer stuurt twee facturen uit, elk voor 1.000 euro. Eén in juli en één in december, die nog niet betaald is in dat kalenderjaar. De freelancer splitst die op de factuur allebei op in 600 euro beroepsinkomen en 400 euro auteursrechten. 

 

  • totaal gefactureerd: € 2.000 + btw
  • op de btw-listing: € 2.000
  • enerzijds het beroepsinkomen: € 1.200 + 21% btw 
  • anderzijds de auteursrechten: € 800 + 6% btw
  • totaal geïnde beroepsinkomen op de aangifte: € 600 + € 600 = € 1.200
  • Totaal geïnde auteursrechten: € 400
  • Samen in de omzet: € 1.600

 

Dat komt dus niet overeen. De fiscus ziet 1.600 euro omzet en 2.000 euro in de btw-listing. Komen daar vaak vragen om inlichtingen van? Zelden. Maar als het gebeurt, dan is het antwoord snel gegeven: auteursrechten zijn niet belastbaar in het jaar dat ze gefactureerd zijn, maar in het jaar dat ze geïnd zijn. Daar maakt niemand een punt van, het is dan ook perfect verklaarbaar.

 

 

Wat scheelt er met de roerende voorheffing?

En dan de roerende voorheffing. Een beetje hetzelfde verhaal, maar dan anders. Op auteursrechten rekent de fiscus 15%. Stel dat jouw klant 10.000 euro heeft gefactureerd, dan verwacht je 1.500 euro belasting. Toch niet. In realiteit is het minder, omdat er forfaitaire beroepskosten afgetrokken mogen worden. De exacte bedragen veranderen elk jaar, maar onthoud vooral dat het om drie schijven gaat. Voor aanslagjaar 2025:


 

  • 50% kosten op de inkomstenschijf van € 0 tot € 19.480
  • 25% kosten op de inkomstenschijf van € 19.480 tot € 38.970
  • geen aftrekbare kosten meer boven de € 38.970

Als een freelancer pakweg 5.000 euro heeft verdiend bij een bepaalde opdrachtgever, dan zal die ervan uitgaan dat daar 50% kosten bij horen, en dus maar 15% roerende voorheffing rekenen op 2.500 euro, zijnde 375 euro. Het ding is: opdrachtgevers geven hun fiche 281.45 allemaal los van elkaar door (tenzij Creative Shelter mee in het verhaal zit, want dan zijn zij de enige opdrachtgever). Zij kunnen onmogelijk van mekaar weten of de freelancer al in een volgende schijf is beland.

 

Uiteindelijk komen alle auteursrechten samen in één pot, en dat is ons vak VII D van de aangifte. Misschien zal jouw klant nog wat geld moeten terugkrijgen, als de opdrachtgevers ‘streng’ rekenden aan 15% op het volledige bedrag van de auteursrechten. Misschien zal de freelancer een beetje moeten opleggen, als er bijvoorbeeld veel opdrachtgevers waren. Het is gewoon een kwestie van een correcte afrekening maken aan het einde van de rit.



Boodschap aan alle accountants: neem niet zomaar klakkeloos de betaalde roerende voorheffing over, maar zorg dat je weet wat er effectief verschuldigd is. Gaat dat over grote bedragen? Neen, meestal niet. Maar als accountant wil jij wel de cijfertjes doen matchen. En als ze dat niet doen, dan wil je ook weten waarom. Bij deze!


 

Is er een expert in de zaal?

Meerdere btw-tarieven, verschillen tussen kalenderjaar en boekjaar, een overload aan fiches… alle begrip als je het nog altijd niet helder ziet. Vraag gerust meer tekst en uitleg aan Creative Shelter. Wij zijn geen accountants, maar we durven ons stilaan wel experts in auteursrechten te noemen.

0 comment
2 FacebookTwitterPinterestEmail
Auteursrecht in de praktijk
Deze blog is een initiatief van Creative Shelter. Omdat wij niets liever dan je correct in te lichten en door het administratieve moeras van vergoeding uit auteursrecht te loodsen. Let wel, wij zijn geen accountantskantoor. Creative Shelter is geen accountantskantoor. Deze blog is dus louter informatief en kan niet gelden als een sluitend of sturend boekhoudkundig advies.