Start ik een vennootschap of houd ik het bij een eenmanszaak? Die vraag heb je als accountant al veel gekregen. Meer zelfs, je zal zelf ook al vaak genoeg het ballonnetje opgelaten hebben. Jij kent namelijk de voor- en nadelen van beide scenario’s beter dan je klanten. Maar denk je dan ook aan de auteursrechten? Dat doe je beter wel, want ze zijn fiscaal aantrekkelijk.
Is het sop de kool waard? Dat is altijd de vraag als het om de lancering of de overschakeling naar een vennootschap gaat. Er komt meer papierwerk bij kijken dan bij een eenmanszaak, meestal zelfs een notaris. En ook al is het minimumkapitaal verminderd in de voorbije jaren, een vennootschap beginnen is nog altijd niet gratis.
De klassieke pro’s en contra’s
Wat zijn dan de klassieke argumenten die je in stelling brengt? Voor de vuist weg zal je bijvoorbeeld pleiten vóór een vennootschap wanneer je klanten:- privévermogen veilig willen stellen (dat kan in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid)
- fiscaal willen optimaliseren (zodat ze kunnen spreiden in de tijd en een spaarpotje kunnen aanleggen)
- extra investeringen willen doen (want vennoten bieden kansen om te groeien)
De argumenten zijn zowel juridisch als fiscaal. Enerzijds wil je jouw klanten zo goed mogelijk beschermen, anderzijds wil je dat zij meer overhouden van hun harde werk. You know the drill. Over een vennootschap zal je niet beginnen bij een starter die nog met een beetje koudwatervrees zit en ook niet bij iemand die weinig omzet draait. Door de band genomen is 80.000 euro belastbaar inkomen de grens die bij veel accountants het lampje van ‘eenmanszaak’ naar ‘vennootschap’ doet springen.
Auteursrechten veranderen het verhaal
En daar zit het hem nu. Het belastbaar inkomen. Wie auteursrechten aanrekent, doet dat belastbaar inkomen namelijk enorm dalen. Denk bij auteurs niet enkel aan schrijvers of kunstenaars. Vormgevers, vertalers, IT’ers, copywriters, fotografen, marketeers: dat zijn allemaal beroepen die hun facturen makkelijk kunnen splitsen in 50% beroepsinkomen en 50% auteursrechten. Op die auteursrechten is wel een roerende voorheffing verschuldigd, maar dat is peanuts in vergelijking met de belasting op het beroepsinkomen.
Dat doet wel iets met die drempel van 80.000 euro van daarnet. De maximumpot aan auteursrechten die iemand per jaar kan innen bedraagt 64.070 euro in 2022. (Het bedrag mag hoger oplopen, maar vanaf dan worden auteursrechten gewoon beschouwd als beroepsinkomen.) En als die auteursrechten de helft zijn van wat er binnenkomt, dan zou je klant al 130.000 euro mogen factureren voor het fiscaal interessant wordt om aan een vennootschap te beginnen. Dan zijn de kosten nog niet meegerekend, dus in realiteit ligt de drempel nog hoger.
Het blijft een kwestie van wikken en wegen
Het lijkt een no-brainer. Altijd een eenmanszaak aanbevelen zolang er minder dan 130.000 euro binnenkomt? Stan De Vocht, CEO en juridisch expert bij Creative Shelter, nuanceert. “Fiscaal gezien is er moeilijk een speld tussen te krijgen. Je doet gewoon een enorm belastingvoordeel door gedeeltelijk in auteursrechten te factureren,” zegt hij. “Veel accountants houden daar effectief te weinig rekening mee. Maar de andere argumenten spelen nog altijd, bijvoorbeeld als het gaat om aansprakelijkheid.”
Een IT’er die een zware fout maakt en de veiligheid van een bedrijf in gevaar brengt, kan soms persoonlijk aansprakelijk zijn. Stan: “Dat is slecht nieuws, omdat bij een eenmanszaak het hele privévermogen in het vizier komt. Het blijft dus altijd een kwestie van praten met je klant. Een copywriter is geen codeur, en een illustrator is geen beëdigde vertaler. Ook werken met personeel is iets heel anders. Maar het zou jammer zijn om die piste van auteursrechten niet te verkennen alvorens je een creatieve eenmanszaak met de rompslomp van een vennootschap opzadelt.”
Als de kool veel meer waard is dan het sop
Gaat het dan echt om zoveel geld? Ja. Als je klant 130.000 euro factureert, waarvan de helft in auteursrechten, dan zal er daarvan (rekening houdend met 20% kosten) ongeveer 45.000 euro méér overblijven dan wanneer het beroepsinkomen de volle pot uitmaakt. Netto. Om zo een bedrag uit een vennootschap op een privérekening te krijgen, zal die persoon zeer hard moeten werken én lang moeten wachten.
Stan maakt het concreet met een voorbeeld. “We hadden een grafisch designer die als vennootschap 60.000 euro binnenhaalde. Hij maakte 46.000 euro kosten, inclusief de 21.000 bezoldiging die hij zichzelf uitbetaalde. Daarvan bleef er na sociale bijdragen en personenbelasting ongeveer 12.000 over. Op zijn 14.000 euro winst betaalde hij dan weer 25% vennootschapsbelasting. Bleef over: 9.500 euro die hij enkel op zijn privérekening kon krijgen na 30% belasting, of 15% als hij dat op vijf jaar wou spreiden. Sinds hij teruggeschakeld is naar een eenmanszaak en factureert via Creative Shelter, houdt hij 30.000 euro per jaar netto over. Dat is netto 10.000 euro meer.”
En er kan nog een voordeel zijn. Want wie als vennootschap terugschakelt naar een eenmanszaak, kan langs de kassa passeren. Auteursrechten kunnen in een vennootschap namelijk ook retroactief geïnd worden. Maar dat is een ander verhaal.
Hallo, Creative Shelter?
Samengevat: niet alle klanten zijn gelijk en soms blijft een vennootschap de veilige keuze. Maar als je de weg via auteursrechten nog niet bekeken hebt, verwijs dan niet zomaar door naar de notaris, enkel op basis van een klassiek financieel plan. Of geef ons huiswerk (maak een afspraak) zodat een accountmanager het eens voor een concrete case kan becijferen.